dinsdag 31 juli 2012

Op Mars zijn mensen aliens 53


En het gesprek gaat nog door. Niet continu – blijkbaar hebben ook computerpersoonlijkheden behoefte aan rustperioden. Maar dag in, dag uit gaan de gesprekken door. En sinds we ook de webcam weer hebben aangesloten, en een microfoon, wordt er ook op ons gereageerd. We kunnen nu Harry en Marit vragen wat er zich op Mars heeft voorgedaan.
Karl. Dag Harry, dag Marit, ik ben Karl. Ik ben gestuurd om jullie op te halen, maar ik heb jullie op Mars niet kunnen vinden. Wat is er gebeurd?
Harry. Toen jullie vertrokken, was mijn lichaam al dood. Maar jullie hebben contact met mij gehad via de computer. Ik moet bekennen dat ik niet alles heb verteld toen jullie onderweg waren. Ik wilde jullie niet voor de voeten lopen. Ik wilde dat jullie eerst op Mars zouden arriveren en gaan onderzoeken wat er gebeurd was. Ik wilde vooral dat jullie aan den lijve zouden ervaren hoe het is, te leven op zo'n vreemde planeet, voordat ik mijn visie zou geven.
K. Je hebt zelfmoord gepleegd?
H. Ja, ik zag geen andere uitweg. Maar daarvoor heb ik mezelf nog ge-upload in de computer van Marit, die toen nog onderweg was. Ik ben tot het laatst toe bezig geweest met het in de computer vastleggen van wat ik weet, geloof, voel en onderga. Of dat goed gelukt is, weet ik niet. Maar ik weet wel dat ik me Harry voel, en dat ik me veel dingen herinner die Harry moeten zijn overkomen voordat hij ze is gaan vastleggen.
K. Is dat alles? Spreek ik nu met een Harry die heeft opgehouden te bestaan?
H. Nee, hoor. Ik zie, voel en bedenk nog dagelijks nieuwe dingen.
K. Je hebt echt het gevoel de levende Harry te zijn, ook al zit je in een computer?
H. Ja, hoor. En ik was doodsbenauwd dat jullie die computer zouden uitzetten. Wat jullie ook feitelijk hebben gedaan.
K. Sorry, maar we moesten hem afkoppelen om hem mee te nemen.
H. Dat begrijp ik. Het is alleen een vreemde gewaarwording om opeens je bewustzijn te verliezen en dan in een ruimteschip weer wakker te worden.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten