Als ik mezelf kopieer, dan maak ik
een ander. Ik kan niet in de huid van mijn bouwsel kruipen om te
ondergaan wat het ondergaat, net zo min als ik in de huid van mijn
kind kan kruipen om te zien of hij de kleur rood net zo ziet als ik
het doe. Hoe goed is mijn kopie? Ook al doet hij overal en altijd
precies wat ik zou doen, ervaart hij dan ook precies wat ik ervaar?
Want daar gaat het toch om: als ik in een andere vorm wil voortleven,
moet dat voor die vorm net zo zijn als het voor mij is om mij te
zijn. Ik ben mijn binnenkant, en die buitenkant is er voor mij alleen
maar om die binnenkant mogelijk te maken. Maar zelfs als ik mezelf
atoom voor atoom zou kunnen kopiëren, met elk atoom precies het
zelfde, en op precies de zelfde plaats als in het origineel, dan nog
kan ik niet nagaan of die kopie wel klopt. Zijn er niet stiekem toch
onstoffelijke aspecten die ik over het hoofd heb gezien?
Kun je überhaupt een ik kopiëren?
Bij de vraag of je zelf kunt voortbestaan in een kopie is vertrouwen
het enige waar je je door kunt laten leiden. Vertrouwen in je
wereldbeeld, dat zegt dat alles wat bestaat voortkomt uit materie, en
niet anders dan materie. En vertrouwen in de gebruikte methode, dat
die, gegeven dat wereldbeeld, ook een kopie oplevert die in alle
relevante aspecten precies overeen komt met het origineel. Maar dat
voortbestaan, die continuïteit die er moet zijn tussen het
innerlijke leven van jezelf, en dat van die kopie, het blijft een
zaak van God zegene de greep. Als twee dingen zich het zelfde
gedragen, betekent dat noodzakelijkerwijs ook dat ze het zelfde
ervaren? Hoezeer die kopie je ook verzekert dat die zich alles uit
jouw verleden herinnert, en dat hij ook niet van meloen houdt, en dat
hij heimelijk verliefd is op het meisje achter de bar in het
sportcentrum, je kunt niet nagaan of hij dat zegt om precies de
zelfde reden als waarom jij het zou zeggen.
Dat is de grote vraag: is er een
continuïteit tussen mijn vleselijke bestaan en een mogelijk
computerbestaan? Op het moment dat ik de knop omzet, vind ik mezelf
dan in die computer terug? Kan ik mijn bewustzijn, als dat mijn
lichaam heeft verlaten, overbrengen in een apparaat van staal en
plastic? En als mijn bewustzijn zich nog in mijn lichaam ophoudt,
maar ook al in de computer is overgebracht, heb ik dan twee identieke
bewustzijnen, waarvan ik er een zou kunnen missen? Als ik mijn
plannen ten einde breng, mondt dat uit in zelfmoord. Want ik mag niet
Marit voor het dilemma stellen wat te doen als er maar één van ons
kan overleven, en er zijn twee kandidaten daarvoor.
De
computer biedt mij geen eeuwig leven, maar wel een mogelijke
voortzetting voor een lange, onbepaalde tijd. Wie zou daar niet voor
kiezen, ook al is het resultaat niet zeker?
Nee heb je, ja kun je krijgen, per slot van rekening. Maar ik zou
toch graag voordien mijn leven ten einde hebben geleefd. Hoe solide
en betrouwbaar die computer ook mag zijn, of hij echt mij kan worden,
daarover heb ik toch wel mijn twijfels. Maar
de vraag is of ik nog een keuze heb. De vraag is het nog wel mogelijk
is, voortleven tot mijn oude dag. Als de planten in de westelijke kas
ook worden aangetast, is het met mij afgelopen, of Marit nou hierheen
komt of niet. Er staat mij nu een ding te doen: zorgen dat ik mezelf
zo snel mogelijk en zo goed mogelijk in de computer overbreng. Als
het al niet voor mezelf is, dan toch voor Marit, om te voorkomen dat
die zonder gezelschap op een vreemde planeet verkommert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten