donderdag 26 juli 2012

Op Mars zijn mensen aliens 48

Ik moet Marit, als ze landt, beschermen regen aantasting van haar leefomgeving. Ik moet zorgen dat dat wat mijn planten aantast, niet in haar plantenkas verzeild raakt. Dat wil zeggen dat ze niet het verblijf mag betreden, of met mij in contact komen. Ik moet, met andere woorden, mijn vriendin zo ver mogelijk van mij vandaan houden, of ik nou dood of levend ben. Maar aan de andere kant moet ik de computer met inhoud onder haar aandacht brengen. Ik kan haar natuurlijk een boodschap sturen, in haar ruimteschip. Maar ik weet wat tien maanden in zo'n blikken bus met je doet. Na zo'n reis is het vijandige landschap van Mars een verademing. Nee, ik wil niet het risico lopen dat ze zichzelf al om zeep brengt voordat ze landt. Dus moet ik voor dat moment de computer buiten zetten, toegang tot het verblijf blokkeren, en een boodschap achterlaten. En natuurlijk ook de weggegooide planten opruimen en de omgeving ontsmetten, maar hoe doe ik dat?
Ik schrik van het gemak waarmee ik me dat allemaal kan voorstellen. Alleen me haar reactie voorstellen, dat kan ik niet. Maar misschien wil ik dat ook wel niet. Het zou allemaal absurd zijn, als het niet zo serieus was. Mijn vriendin komt hierheen om mij gezelschap te houden. Ze heeft daar alles voor opgegeven. Maar als ze eenmaal hier is, mag ze niet met mij in contact komen. Ik kan me nu voorstellen wat Tim bezielde toen hij zei dat Mars een onmenselijke planeet is. Die planeet dwingt mij nu tot onmenselijke handelingen. Is het niet beter om er samen een eind aan te maken, als Marit geland is? Ze zou er, gezien de situatie, zeker mee instemmen. Maar ik mag het daar niet op laten aankomen. Als ze besluit om zich het leven te benemen, dan moet dat voor haar een vrije keuze zijn. En dat is het niet, als ik er nog ben. Ik vraag me serieus af wat ik haar moet toewensen: een snel en pijnloos einde of een eenzaam voortbestaan.
Wat ik in ieder geval kan doen, wat ik moet doen om die eenzaamheid te verlichten, is doorgaan met waar ik mee bezig ben. Of dat voldoende soelaas biedt, dat weet ik niet. Als het lukt, als ik er echt in slaag de essentie van mijn wezen in de computer te vangen, dan nog is het een geest in een computer, en niet een warm, ademend mannenlichaam. In hoeverre wordt je geest bepaald door je lichaam, in hoeverre bepaalt je bewegen, je ademen, het kloppen van je hart, het ondergaan van vermoeidheid en pijn wie je bent? Wat doet het verschil in behoeften, eten en drinken en slapen tegenover electriciteitsvoorziening en koeling met je manier van denken, voelen, ervaren? Kan een geest boven die verschillen uitstijgen? Als je de optredens van iemand als Stephen Hawking ziet, ga je vermoeden dat dat inderdaad zo is. Ik hoop er maar het beste van.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten