De relatie tussen
Harry en mij is een vreemde relatie. Het is eigenlijk pas een relatie
sinds kort voordat hij vertrok. Harry is een bescheiden mens,
eigenlijk te bescheiden. Zelden bereid om iets over zichzelf te
vertellen. Maar toen ik hoorde dat hij voor altijd naar Mars wilde
vertrekken, was mijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Zo'n beslissing is
niet iets dat je in een onbewaakt moment doet. Hij heeft daar lang
naar toe geleefd. En hij heeft mij er uitgebreid over verteld. Over
dat hij vindt dat de mensheid op aarde min of meer is vastgelopen.
Over het realiseren van nieuwe mogelijkheden, hoe primitief ook in
het begin. Over zelfrealisatie door jezelf een bijna onmogelijke
opgave te stellen.
Ik kon het niet
allemaal goed volgen. Ik ben te zeer gehecht aan de vertrouwdheid van
de aarde, met alle onvolkomenheden die daarbij horen. Ik ben ook niet
zo ambitieus. Maar ik ben gefascineerd geraakt door Harry's
persoonlijkheid. En die fascinatie is alleen maar toegenomen sinds
hij weg is. Die fascinatie was zo groot dat ik heb geprobeerd een
kind van hem te krijgen, voor hij vertrok. Dat is helaas niet gelukt.
De dokter vertelde me later dat kinderen krijgen op een normale
manier voor mij niet is weggelegd. Ik heb Harry daarover maar niets
verteld.
En nu probeert Harry
een soort kind van mij te maken. Hij heeft mij uitgelegd wat hij van
plan is en hoe hij het denkt aan te pakken. Had hij dat maar niet
gedaan. Want vanaf dat moment ben ik veranderd. Ik ben naar mezelf
gaan kijken om te zien wat Harry ziet. In onze gesprekken heb ik nu
steeds in het achterhoofd de vraag hoe ik overkom, en wat voor effect
dat zal hebben op mijn computerpersoonlijkheid. Ik ben mezelf niet
meer. Mijn spontaniteit is aangetast, ik reageer niet meer vanuit
mezelf, maar vanuit een beeld van mezelf. Of liever: een beeld van
een beeld. Want bij al onze gesprekken vraag ik me af wat voor beeld
die in de computer gaan opleveren.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten