zondag 8 juli 2012

Op Mars zijn mensen aliens 30


Ik voel me geobserveerd, maar zelf observeer ik ook. Ik maak een beeld van Harry, van hoe hij is en van hoe de omgeving waarin hij verkeert op hem uitwerkt. Zeker sinds mijn gesprek met Dick Allen ben ik zeer gespitst op veranderingen in Harry's karakter. Dreigt hij inderdaad langzaam maar zeker zijn menselijkheid kwijt te raken? Het is bijna onvoorstelbaar dat de vreemde omgeving, de eenzaamheid en het definitieve karakter daarvan geen invloed op hem zouden hebben. En de vraag is ook wat zijn project nu met hem doet. Het houdt hem bezig, en dat is denk ik wel gunstig. Maar ooit houdt het op. En ik moet niet denken aan de gevolgen als het mislukt.
En ook al mislukt het niet, het zal gevolgen hebben. Ook voor onze relatie. Want Harry heeft dan weer gezelschap. Zelfs als dat een perfecte afbeelding is van mij, ik ben het niet. Ik ben hier, en hij is daar, bij die computer die mij naspeelt. De computer waarmee hij een rechtstreeks gesprek kan voeren, in tegenstelling tot met mij. Die ziet wat hij ziet, hoort wat hij zegt als hij het zegt, die gevoelens kan ontwikkelen en herinneringen kan vormen. Met een persoonlijkheid die, ook al was ze eerst een perfecte kopie, langzaam maar zeker zal veranderen. Anders dan ik verander. Er zullen dan twee Marits zijn, allebei verschillend. Een eeneiïge tweeling, bij de geboorte gescheiden.
Door Harry ben ik ook mijn eigen omgeving anders gaan bezien. De aarde, overvol van mensen, met een natuur die steeds verder wordt aangetast. En de mensen, niet in staat om uit zichzelf te stappen om zichzelf eens kritisch te bekijken. En de politiek die zich naar die mensen richt. De grootste rampen op aarde worden door mensen aangericht. Er zijn geen echte oorlogen meer, met legers die elkaar bevechten. Maar nu vecht iedereen tegen iedereen. Solidariteit is een verouderd begrip geworden. De ene na de andere ooit vreedzame samenleving dreigt te ontploffen. Respect voor andersdenkenden, respect voor kwetsbaren, respect voor grote geesten, respect voor de natuur, het is allemaal verdampt. Veel mensen missen ook alle zelfrespect. Ze laten zich als een kudde voortdrijven door volksmenners. En ze kijken niet waar ze heen gaan. Langzamerhand begin ik me af te vragen wat er nou nog aantrekkelijk is aan het leven op aarde.
Als je met martiaanse ogen naar de aarde kijkt, is die smerig, overwoekerd en in verval. Mars is daarentegen schoon, leeg en stabiel. De aarde wordt overheerst door mensen, terwijl Mars nauwelijks mensen toelaat. Misschien kan Mars ooit een wereld voor mensen worden, maar dat gaat eeuwen duren. Op Mars zijn mensen aliens. Uit alles wordt duidelijk dat ze daar niet horen, en om er voet aan de grond te houden is een voortdurende strijd. Mensen tellen niet op Mars, hun gedoe maakt geen verschil, en de enige aan wie je verantwoordelijkheid schuldig bent, ben jezelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten