maandag 16 juli 2012

Op Mars zijn mensen aliens 38

Toen ik, enigszins opgeknapt, na tien dagen de kassen bezocht, schrok ik heel erg. Het is niet bij die ene plant gebleven. In de oostelijke kas is een groot aantal planten aangetast. Blijkbaar heerst daar een of andere bacterie- of schimmelziekte. Maar ik ben geoloog, geen bioloog. De deskundigen op aarde konden me ook niet helpen. Volgens hen is dit onmogelijk. Op de eerste plaats is de combinatie van planten in de kassen zo uitgezocht, dat als er met de ene soort iets gebeurt, de andere soorten daar geen last van zouden mogen hebben. De soorten zijn geoptimaliseerd op diversiteit, verzekert men mij. Waar de ene misschien gevoelig is voor bepaalde invloeden, is de andere daar tegen gehard, en omgekeerd. En martiaanse organismen zouden hier al helemaal geen rol in mogen spelen. Op de eerste plaats omdat ze er niet zijn, en op de tweede plaats omdat, als ze er wel mochten zijn, ze niet zijn aangepast aan aards leven, en dat dan ook niet zouden kunnen aantasten.
En toch gebeurt het. Wat het is dat er gebeurt, ik weet het niet. Ik mis de deskundigheid, en ik beschik ook niet over de faciliteiten voor een diepgaand biologisch onderzoek, om de aardse deskundigen ter wille te zijn. Ik heb de aangetaste planten meteen verwijderd, maar ik vrees het ergste voor de overblijvende planten in de oostelijke kas. Planten van allerlei soorten beginnen te verschrompelen en te verdorren. In de westelijke kas zien de planten er nog gaaf uit. Maar nou moet ik zorgen dat die niet ook worden aangetast. Op advies van de deskundigen trek ik nu iedere keer mijn marspak aan als ik de kassen binnenga, en ik ontsmet het pak voordat ik het uittrek. Ik heb ook meteen de luchtfilters vervangen. Met een van de twee kassen kan ik nog wel overleven, maar ik moet er niet aan denken dat mijn planten allemaal worden aangetast. Dat zou mijn dood betekenen, door gebrek aan voedsel, water, en vooral zuurstof.
Wat zich heeft voorgedaan in de oostelijke kas kan ook gebeuren in de westelijke. Totdat die ene plant verdorde, heb ik in beide kassen precies het zelfde gedaan. Ik ben ze binnen gegaan zonder beschermende kleding en ik heb me niet ontsmet voordat ik de andere bezocht. Dus de westelijke kas loopt gevaar, en het zal een hele tijd duren voordat ik kan uitsluiten dat daar ook de planten zullen gaan rotten. Als ik dat al ooit zal kunnen, want ik weet nog steeds niet wat er aan de hand is. En zo lang dat het geval is, moet niet alleen die kas, maar ook ik in quarantaine.
Marit hoeft zich geen zorgen te maken. Zij heeft haar eigen kas bij zich. Ook al zou hier alles verdorren, dan nog kan die haar hier in leven houden. Maar het is de grote vraag of wij wel onderling contact zouden mogen hebben als ze is geland. Als het een besmetting is met het een of andere insect, de een of andere bacterie of schimmel, dan kan ik die overdragen, en ook haar planten besmetten. Totdat we er zeker van kunnen zijn dat dat niet zo is, kunnen we hier alleen maar elektronisch contact hebben, hoe dicht we ook bij elkaar zijn. Ik ben mijn leven niet zeker, maar mag ik het hare ook in de waagschaal stellen? Hoe dan ook, we hebben nog zo'n negen maanden te gaan. Wie weet wat er in die tijd nog allemaal gebeurt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten