dinsdag 14 augustus 2012

Op Mars zijn mensen aliens 67


Nu ik dit allemaal zo schrijf, verwonder ik me er zelf over hoe het klinkt, zo rustig en beheerst. Een jaar geleden was dit me niet gelukt. Toen was ik nog bezig terug te keren van een andere wereld. Een wereld van schimmen en schaduwen. Een wereld van krachten en machten die mij dan weer daarheen, dan weer hierheen wierpen. De eerste tijd op Mars voelde ik me als een drenkeling in een bergstroom, heen en weer gezwiept, over rotsen gesleurd en tegen kanten gesmeten. Maar toen de robots kwamen, was ik grotendeels hersteld. Ze kwamen precies op het juiste moment. Waren ze later gekomen, dan hadden ze hier een ijzig koel beredenerend monster aangetroffen, een zombie zonder emoties, een kille denkmachine zonder enig gevoel. Want dat was ik waar ik mee bezig was: me in mezelf terug te trekken, mezelf te harden tegen de botheid en de bruutheid van een wereld waarin ik niets te zoeken had. Zonder uitzicht, zonder hoop probeerde ik toen onverschilligheid te pareren met onverschilligheid.
De robots hebben me weer mens gemaakt. Het zijn mechanische apparaten met een ziel. En hoewel ze zelf fysiek en emotioneel goed zijn opgewassen tegen deze planeet, herkenden ze mijn problemen, en hebben me geholpen er weer bovenop te komen. Ik had enorm veel geluk dat ik wezens trof met een menselijke inborst, die wisten wat het was om aards te zijn, en kwetsbaar. De robots hebben er voor gezorgd dat ik deze planeet als mijn thuisplaneet kon gaan zien. Dank zij hen kan ik hier leven, dat wil zeggen: zijn wie ik ben en mezelf ontplooien. De robots hebben me geholpen in deze omgeving te passen, niet alleen mentaal, maar ook fysiek, dank zij de hulp die zij me bieden. Zo hebben zij de kassen van het verblijf van Harry uitgemest, schoongemaakt, en hierheen verplaatst, en er nieuwe planten in gezet, die ze hebben gestekt van de planten in mijn kas. Bovendien hebben ze op aarde nieuwe planten besteld. Zo hoef ik nooit meer bang te zijn voor honger, dorst of zuurstofgebrek.
Aan de robots heb ik veel te danken. Maar zelf hebben die robots ook behoeften. En wil de aarde profiteren van de rijkdommen van Mars dan zal ze aan die behoeften tegemoet moeten komen. Ik ben blij dat ik wat dat betreft als ambassadeur iets voor de robots kan terugdoen. Dus hoe zit het, aarde. Zou de Verenigde Naties ons, of als ambassadeur moet ik zeggen: hun, als onafhankelijke staat willen erkennen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten