Nu
ik dit allemaal zo schrijf, verwonder ik me er zelf over hoe het
klinkt, zo rustig en beheerst. Een jaar geleden was dit me niet
gelukt. Toen was ik nog bezig terug te keren van een andere wereld.
Een wereld van schimmen en schaduwen. Een wereld van krachten en
machten die mij dan weer daarheen, dan weer hierheen wierpen. De
eerste tijd op Mars voelde ik me als een drenkeling in een
bergstroom, heen en weer gezwiept, over rotsen gesleurd en tegen
kanten gesmeten. Maar toen de robots kwamen, was ik grotendeels
hersteld. Ze kwamen precies op het juiste moment. Waren ze later
gekomen, dan hadden ze hier een ijzig koel beredenerend monster
aangetroffen, een zombie zonder emoties, een kille denkmachine zonder
enig gevoel. Want dat was ik waar ik mee bezig was: me in mezelf
terug te trekken, mezelf te harden tegen de botheid en de bruutheid
van een wereld waarin ik niets te zoeken had. Zonder uitzicht, zonder
hoop probeerde ik toen onverschilligheid te pareren met
onverschilligheid.
De
robots hebben me weer mens gemaakt. Het zijn mechanische apparaten
met een ziel. En hoewel ze zelf fysiek en emotioneel goed zijn
opgewassen tegen deze planeet, herkenden ze mijn problemen, en hebben
me geholpen er weer bovenop te komen. Ik had enorm veel geluk dat ik
wezens trof met een menselijke inborst, die wisten wat het was om
aards te zijn, en kwetsbaar. De robots hebben er voor gezorgd dat ik
deze planeet als mijn thuisplaneet kon gaan zien. Dank zij hen kan ik
hier leven, dat wil zeggen: zijn wie ik ben en mezelf ontplooien. De
robots hebben me geholpen in deze omgeving te passen, niet alleen
mentaal, maar ook fysiek, dank zij de hulp die zij me bieden. Zo
hebben zij de kassen van het verblijf van Harry uitgemest,
schoongemaakt, en hierheen verplaatst, en er nieuwe planten in gezet,
die ze hebben gestekt van de planten in mijn kas. Bovendien hebben ze
op aarde nieuwe planten besteld. Zo hoef ik nooit meer bang te zijn
voor honger, dorst of zuurstofgebrek.
Aan
de robots heb ik veel te danken. Maar zelf hebben die robots ook
behoeften. En wil de aarde profiteren van de rijkdommen van Mars dan
zal ze aan die behoeften tegemoet moeten komen. Ik
ben blij dat ik wat dat betreft als ambassadeur iets voor de robots
kan terugdoen. Dus hoe zit het, aarde. Zou de Verenigde Naties ons,
of als ambassadeur moet ik zeggen: hun, als onafhankelijke staat
willen erkennen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten