Rechtstreeks
spreken met betrokkenen is natuurlijk veel beter dan het lezen van de
logboeken van die betrokkenen. Van tevoren kende ik die betrokkenen
niet, dus ik controleer die gesprekken aan de hand van de logboeken.
Maar vooralsnog corresponderen de gesprekken en de logboeken goed met
elkaar. Op een gegeven moment heb ik besloten om rechtstreeks met de
Harry in de computer te gaan praten. Ik wist niet hoe dat moest.
Moest ik daarvoor een speciaal programma starten? Als dat zo was, dan
kon ik dat programma niet vinden. Maar op een gegeven moment, toen ik
alle programma's had gestopt, ben ik gewoon tegen de computer gaan
praten. En dat werkte. Harry had gewoon de rol van het
besturingssysteem overgenomen. Hij was zelf de computer geworden.
K.
Hallo Harry.
H.
O, hee hallo. Wie ben jij?
K.
Ik ben Karl. Ik ben de leider van de expeditie die erop is
uitgezonden om jullie terug naar de aarde te brengen.
H.
Kan dat dan?
K.
Dat kan. Nu wel. Nieuwe technologie. NASA heeft besloten jullie terug
te halen, en daarom ben ik er op uitgestuurd. Maar ik heb jullie niet
kunnen vinden.
H.
Dat klopt, wat mij betreft.
K.
Wat is er gebeurd?
H.
Heb je mijn logboek gelezen?
K.
Ja, maar daarin staat niet waar je gebleven bent.
H.
Ik heb een overdosis medicijnen genomen en ben in een kuil gaan
liggen. Mijn lichaam zal nu wel voor het grootste deel zijn
gemummificeerd, en door de wind begraven.
K.
En Marit?
Marit.
Dat weet ik niet. Ik had niet een bepaald plan, toen ik de knop
omzette.
K.
Dag Marit, ik ben Karl. Wil dat zeggen dat je nog in leven kunt zijn,
op Mars?
M.
Ik durf het niet uit te sluiten.
K.
Maar je hebt niet op onze radio-oproepen gereageerd.
M.
Misschien stond mijn radio niet aan. Die heb ik uitgezet om zo
intensief mogelijk met mezelf bezig te kunnen zijn. Ik wilde mijn
geest in de computer stoppen, mijn geest zoals die op mij overkomt,
en niet zoals Harry die zag. Dat vereist de uiterste concentratie.
Als je dat doet, kun je daar geen andere dingen bij gebruiken.
K.
Maar we zijn je ook nergens tegengekomen. Je vaartuig ook niet,
trouwens.
M.
Misschien heb ik het wel naar de grot gesleept die Harry heeft
ontdekt, en daar ingegraven. Ik weet dat ik daar over nadacht.
K.
We zullen nog een paar boodschappen sturen, ook via e-mail. Als de
lijfelijke Marit nog haar computer gebruikt, moet ze die toch
tegenkomen. En als ze nog in leven is, moeten we een nieuwe expeditie
uitrusten om haar terug te halen.
H.
En wat gaat er nou verder gebeuren?
K.
We proberen er achter te komen wat er precies op Mars is gebeurd. En
dat zal bepalen hoe we nou verder gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten