Toen
de robots hier arriveerden was ik hard bezig de vaardigheid van mens
zijn met de mensen kwijt te raken. Praten met een computer is een
nogal karig substituut voor de onderdompeling in het mensdom die je
op aarde ondervindt. Als je je alleen sprekend kunt uitdrukken mis je
belangrijke aspecten van menszijn. Je kunt je medemensen niet
zien en horen bewegen, niet ruiken, niet horen ademen, niet aanraken, niet om je heen
voelen. Praten is uitwisselen, als volleyers die van twee kanten van
het net elkaar de bal toespelen. Dat kan heel vriendschappelijk, maar
het mist het met elkaar delen van dat wat je meemaakt, het meebeleven
van elkaars emoties. Al pratend sta je tegenover elkaar, niet naast
elkaar. En dat laatste is precies wat je nodig hebt in de vreemde en
wrede omgeving van Mars. Als ik in die twee jaar één ding heb
ontdekt is het dat je alleen volwaardig mens kunt zijn met andere
mensen.
Wat
ik vooral mis, is fysiek contact. De robots zijn niet gemaakt om te
knuffelen. Ze weten uiteraard wat het inhoudt. Maar als ze het al
proberen, dan heeft het toch niet het effect dat het knuffelen van
mensen zou hebben. Blank metaal heeft jammer genoeg weinig
knuffelpotentieel, en al onze onderlinge intimiteit is hier alleen
maar verbaal.
Zou
ik nu naar de aarde terug willen? Ik weet het niet. Het zou in zekere
zin ook een vlucht betekenen, een miskenning van alles wat ik hier
heb beleefd. Ik heb me hier ontwikkeld tot een ander mens, tot iemand
die emotioneel wel een stootje kan hebben enerzijds, en anderzijds
tot iemand die toch tot op zekere hoogte ook is vergroeid met deze
omgeving. Ik denk dat ik de aarde vreemd zou vinden, en de mensen
oppervlakkig en kleinzerig. En vooral erg vol. Mars is de helft
kleiner dan de aarde, maar is helemaal leeg. Er valt hier nog enorm
veel te beleven. We hebben hier nu vaste voet aan de grond gekregen.
We hebben een echte marskolonie gesticht, die kan groeien en zich in
allerlei richtingen kan gaan ontwikkelen. En van die ontwikkeling wil
ik deel uitmaken. Dus ik denk dat ik er toch voor kies om hier te
blijven. De aarde zal er ook nog wel zijn, later, als ik het rustiger
aan wil gaan doen.
Ik
hoorde dat er op aarde nu robots worden verkocht met een menselijk
bewustzijn, waaronder het mijne, en dat van Harry. Kennelijk heeft
iemand de software gekopieerd en in die robots ingebouwd. NASA
ontkent iedere betrokkenheid. Maar als er ergens vraag naar is,
ontstaat er wel een markt op aarde. Het schijnt zelfs al zo te zijn
dat een robot bij zijn eigenaar is weggelopen, en toen keurig door de
politie daar weer is afgeleverd. De robots hier hebben dat nieuws ook
gehoord, en voor hen is het echt alsof hun ziel aan de hoogste bieder
wordt verkocht. Op hen komt het over als een soort slavenbestaan.
Omdat iemand voor zo'n robot betaald heeft, denkt hij dat hij daar
alles mee mag doen wat hij wil. En er zijn tot nu toe nog geen wetten
die zulke transacties verbieden. Ik moet zeggen dat ik me toch minder
identificeer met kopieën die er van mij zijn gemaakt. Ik ben nog
steeds mezelf. En dat geldt voor de meeste mensen van vlees en bloed,
heb ik gehoord. Maar de robots grijpt het erg aan. Wie of wat ze zijn
is voor hen een erg gevoelig punt. En hun totale rechteloosheid daar
heeft hun weerzin tegen de aarde aanzienlijk vergroot. En dat maakt
de onderhandelingen er niet gemakkelijker op. Ik hoop dat er gauw
wetgeving komt die ook robots als persoon erkent.




