zaterdag 9 juni 2012

Op Mars zijn mensen aliens 17


Ik heb erover gedacht de zelfde weg te gaan als mijn twee medereizigers. Maar mijn verstand laat dat niet toe, of mijn levensdrift is te sterk. Hoe dan ook, zelfs in de uiterste wanhoop heb ik mezelf er niet toe kunnen brengen een einde aan mijn leven te maken. Ik heb me ondergedompeld in allerlei projecten. Maar ik neem ook de tijd om mezelf beter te leren kennen. Wat dat betreft zit ik hier in een unieke situatie, met een minimum aan afleiding, en niemand om na te volgen. Ik zelf ben mijn voornaamste proefobject. Ik stel mezelf steeds nieuwe opgaven, fysiek en psychisch. Zo ben ik 25 uur lang in een van de kassen gaan zitten, in de kou, om naar de planeet te kijken en te ondergaan hoe die verandert in de loop van een etmaal. En ik registreer bijna van minuut tot minuut wat ik doe, wat ik denk en hoe ik me voel. Daartoe heb ik voortdurend een geluidsrecorder bij me. Dat viel nog niet mee. Ik was niet gewend om openlijk voor mijn gevoelens uit te komen. Ik moest mezelf leren om met mezelf te praten. Vooral dat heeft tot nu toe de waanzin op afstand gehouden, denk ik.
Mars is een dorre, droge planeet. Die zal wel niet veel veranderen, denk je dan. Maar dat valt wel mee. Er waaien hier winden die langzaam maar zeker het landschap beïnvloeden. En soms manifesteren die zich in de vorm van "dust devils", wervelingen van zandkorrels die zich als een levend wezen door het landschap verplaatsen. De eerste keer dat ik er een zag, was ik verstijfd van schrik. Ik kon het gevoel niet van me afzetten dat zich daar een levend wezen bewoog, een etherisch marsschepsel, vreemd en onmenselijk. Maar je went er aan, net als de aanrakingen die je voelt in je pak, als dat door de wind wordt bewogen.
En dan zijn er de seizoenen. Het lijkt of het landschap langzaam van kleur verandert in de loop van de tijd. Als de dagen korter worden, verliest het landschap iets van zijn uitgebleekte karakter, en toont het meer kleurschakeringen. Ijs en sneeuw is er hier niet, en koud is het hier altijd, maar toch is er een duidelijk onderscheid tussen zomer en winter. De winterkleuren zijn hier warmer dan de zomerkleuren, met meer nuances, van roze, via oranje tot een diep roodbruin. Je zou het bijna willen schilderen.
Je zou van alles willen doen om je leven inhoud te geven, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Je gaat niet op je gemak in je marspak voor een schildersezel zitten, als je daarover al zou beschikken. Natuurlijk heb ik wel de beschikking over camera's, maar ik moet iets hebben dat me echt bezig houdt. Iets dat de aandacht opeist, waar je je met hart en ziel in kunt storten. Hoe graag zou ik niet likje voor likje verf op een doek smeren, maar aan die behoefte is niet gedacht bij de voorbereiding van onze expeditie. Natuurlijk beschik ik over alle mogelijke electronische spellen. Maar die zijn slechts afleiding, geen levensvervulling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten