maandag 4 juni 2012

Op Mars zijn mensen aliens 12


Dat was een half jaar geleden. Nu ben ik de enige marsbewoner. De enige mensen waarmee ik nog contact heb zijn de medewerkers van het project op aarde en mijn vriendin, Marit. Zij stuurt mij nog regelmatig een mailtje waarin ze me vertelt wat ze zoal doet. Ik lees over shows die ze bezoekt, over plaatselijke gebeurtenissen, over etentjes en over mensen die ze ontmoet. Maar het enige wat ik voel als ik haar berichten lees, is de enorme afstand die ons scheidt, fysiek en geestelijk. Wat zij meemaakt heeft voor mij steeds minder betekenis. Ze heeft het over mensen die ik niet ken en over ontwikkelingen die ik niet volg. Vroeg of laat zal ze wel tegen een nieuwe vriend aanlopen. En ik denk dat ik daar niet rouwig om zal zijn. Zij heeft nu haar leven, en ik het mijne. En die levens zullen elkaar niet meer raken.
Wat is er met mijn medereizigers gebeurd? Wel, Dennis werd ziek. Hevige koorts, braken, hoofdpijn. Ik heb hem antibiotica gegeven, maar die hielpen niet. Hij moest aan het infuus om te voorkomen dat hij uitdroogde. Maar ook dat verbeterde zijn situatie niet. Uiteindelijk werd hij delirisch. Zijn geschreeuw was bijna niet te harden, in de kleine ruimte waarin we verkeerden. Een van ons beide moest constant bij hem zitten om hem in bedwang te houden, en te voorkomen dat hij opstond en naar buiten ging. Dat viel nog niet mee. Dennis was tot het laatst toe heel sterk. En het kostte ons onze laatste restjes nachtrust. We vroegen ons af hoe lang we het nog konden volhouden. Toen raakte hij in coma en stierf. Ik moet eerlijk zeggen dat dat voor ons een opluchting was. We hebben hem op een paar meter van de hut begraven.
En toen begon het afwachten. Als Dennis zou zijn gedood door de een of andere marsbacterie, waren wij vast ook geïnfecteerd. Dus iedere dag maten we onze temperatuur en speurden ons lichaam af naar symptomen van de ziekte. We hadden geen idee waar we op moesten letten. Was Dennis getroffen door een marsbacterie, of ging hij ten onder aan een aardse ziekte? We slikten extra vitaminen, om ons imuunsysteem te ondersteunen, maar we wisten niet hoe kwetsbaar we waren. De onzekerheid knaagde aan ons zelfvertrouwen. Moesten we rustig aan doen, of juist aan onze conditie werken? Natuurlijk hebben we een goede training gehad om met calamiteiten om te gaan, we hebben de best mogelijke ondersteuning vanaf de aarde, we hebben een uitgebreide collectie geneesmiddelen, maar nog kun je niet voorkomen dat een van je lotgenoten overlijdt. En je weet niet waaraan. Je bereidt je voor op alle mogelijke eventualiteiten. En dan gebeurt er niets. We bleven gezond.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten