zondag 3 juni 2012

Op Mars zijn mensen aliens 11

Korte inhoud van het voorafgaande:
Een ruimteschip met drie opvarenden heeft na tien maanden Mars bereikt, met het doel om astronauten die daar al eerder zijn geland terug te brengen naar de aarde. Maar men kan de marsbewoners echter nergens vinden en komt in tijdnood. Zal men onverrichterzake moeten terugkeren?

Hoofdstuk 2: Harry

We waren met zijn drieën. Drie personen die afscheid hadden genomen van de aarde. Niemand wist voor hoe lang. Wij zouden het bruggenhoofd van de mensheid gaan vormen op Mars. Wij zouden daar een basis vestigen van waaruit we de planeet konden onderzoeken. En misschien zouden we ooit nog eens vergezeld gaan worden door mensen die de planeet zouden gaan exploiteren. Misschien. Want het zou ook heel goed mogelijk zijn dat wij de rest van ons leven met zijn drieën op Mars zouden moeten slijten, zonder verder gezelschap. Hoe dan ook, wij waren de eerste marsbewoners. Geen gewone mensen, want welk gewoon mens wil de rest van zijn leven op Mars wonen? Welk gewoon mens wil altijd eerst een ruimtepak aantrekken voordat hij een stap buiten de deur zet? Welk gewoon mens durft het aan om zijn leven lang in het gezelschap van twee anderen door te brengen, steeds dezelfden, met zijn drieën tot elkaar veroordeeld, en met nauwelijks enige ruimte om op jezelf te zijn?
Dat was ons eerst en voor al duidelijk gemaakt: er werd ons niets beloofd, er is geen einddatum gepland, er is geen opvolging gepland, er is geen terugkeer gepland, en ook geen uitbreiding van de expeditie. We waren op elkaar aangewezen en zouden dat vooralsnog ook blijven. Wij waren de drie gekken die dat accepteerden, de uitzondering te midden van de zeven miljard die op aarde wilden blijven, "for better or worse". Er zou voor ons gezorgd worden, beter dan voor velen op aarde. Maar ons bestaansrecht aldaar hadden we verspeeld, ook al bracht ons verblijf op Mars ons eeuwige roem. Toen we eenmaal met ons ruimteschip op Mars waren geland was opstijgen niet meer mogelijk. En eventuele goederenzendingen zouden ook uit eenrichtingverkeer bestaan.
Natuurlijk zijn we getraind, geestelijk en lichamelijk. Maar hoe kun je je voorbereiden op omstandigheden die niemand kent? Hoe kan een jaar aan voorbereiding op aarde, te midden van zeven miljard mensen, je geschikt maken voor het leven op een vreemde planeet, enkel bewoond door ons drieën? Maar we hadden zelfvertrouwen. De vlucht naar Mars was een groot avontuur, en wij waren de avonturiers. Wij zouden ons er doorheen slaan, met zijn drieën. Een voor allen, allen voor een. En de beste deskundigen zouden ons bijstaan, op afstand, weliswaar, maar we zouden over alle kennis kunnen beschikken die de aarde zou kunnen opbrengen. Met die hulp zouden we de planeet bewoonbaar maken, al was het dan ook zeer lokaal. En we zouden getrouw verslag uitbrengen aan een aarde die ademloos ons avontuur zou volgen.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten